Ga voorbereid de zomer in!
De zomerperiode is een grote uitdaging op het gebied van uiergezondheid. Op veel bedrijven zien we een stijging van het celgetal en vaak meer en ernstigere klinische uierontstekingen. Mastitis als multi-factoriële aandoening is een gevolg van een verstoord evenwicht tussen gastheer, omgeving en kiem. In het bijzonder tijdens de warme zomermaanden zullen enkele specifieke factoren het behoud van dit evenwicht bemoeilijken, met name:
- Hittestress waarbij de thermoregulatie van de dieren verstoord is en zij hun intern geproduceerde warmte niet voldoende kwijt kunnen aan de omgeving.
- Warme en vochtige omstandigheden vormen een perfecte bodem voor een sterke vermenigvuldiging van bacteriën in organisch materiaal en dus een toegenomen infectiedruk.
- Vliegen kunnen als vector ziekteverwekkers, zoals Staphylo-coccus aureus en Trueperella pyogenes overdragen.
De negatieve impact van stress op immuniteit
We weten dat, naast een verhoogde infectiedruk in de omgeving (pathogene factoren), verschillende vormen van stress een negatief effect kunnen hebben op de immuniteit van het dier. Stress wordt gedefinieerd als elke factor die de homeostase van het lichaam verstoord. Niet-pathogene stressfactoren kunnen het immuunsysteem indirect negatief beïnvloeden door wijzigingen in de hormoonsecretie enerzijds en de nutritionele status anderzijds.
Denk bij verandering in de hormoonsecretie bijvoorbeeld aan de centrale rol van de glucocorticoïden in zowel stress- als een immuun-respons en aldus een rechtstreeks effect van stress op zowel de cellulaire als de humorale immuniteit.
Wijzigingen in de nutritionele status kunnen veroorzaakt worden door een verminderde voederopname waarmee het lichaam probeert de interne warmteproductie te beperken. Dit zal leiden tot veranderingen in het eiwit- en energiemetabolisme en zo bijdragen tot een verhoogde gevoeligheid aan ziekten en een gedaalde melkproductie.
Voornamelijk bij dieren in transitie, met een reeds uitgesproken
Negatieve Energie Balans (NEB), zal dit een grote impact hebben. Zowel NEFA’s als bèta-hydroxyboterzuur worden direct in verband gebracht met een verminderde neutrofielenfunctie. Dit samen met het gebrek aan glucose als belangrijkste energiebron voor macrofagen en neutrofielen zal leiden tot een ondermaatse immuunreactie.
Plan van aanpak
Vaccinatie tegen mastitis versterkt de specifieke immuniteit en de bekomen antistoffen in de melk zorgen voor een opsonisatie van de kiemen. Daardoor worden de kiemen meteen herkend door de ontstekingscellen en gaat de immuunrespons sneller van start.
Het is van belang de primovaccinatie uit te voeren vòòr de risicoperiode om tijdig een volledige bescherming te bekomen én te voorkomen dat stressfactoren de doeltreffendheid van het vaccin negatief beïnvloeden. Stress zal namelijk via het gestegen glucocorticoïd gehalte zorgen voor een afgenomen lymfocytenproliferatie, een kritieke stap in de adaptieve immuunrespons. Overweeg dan ook zeker het zomerprotocol voor bedrijven die hoofdzakelijk kampen met zomerpieken van mastitis.

Naast vaccinatie zijn nog een aantal andere zaken van cruciaal belang in de strijd tegen (zomer)mastitis, met op de eerste plaats de watervoorziening. Denk daarbij niet alleen aan de kwantiteit (beschikbare ruimte, aantal drinkpunten, debiet) maar ook aan de kwaliteit.
Aanpassingen in het rantsoen moeten tot doel hebben om de warmteproductie te beperken door de vertering te verschuiven van pens- naar darmniveau en te voorzien in de hogere energie-, eiwit- en mineralenbehoefte (voornamelijk selenium en vitamine E). Verhoog indien nodig het gehalte aan natrium, kalium en bicarbonaat tegen pensverzuring en adviseer frequenter te voederen en/of stabilisatoren te gebruiken om broei te voorkomen.
Een goede natuurlijke ventilatie van de stal, waarbij de wind gebroken wordt ter hoogte van de inlaat om tocht te vermijden, zal bijdragen tot een aangepast stalklimaat. Aanvullend kan er gewerkt worden met strategisch gepositioneerde ventilatoren. Er wordt bij voorkeur ook gezorgd voor een adequate vliegenbestrijding (pour-on, ear tags), in het bijzonder voor jongvee en koeien met buitenbeloop.
Wenst u een aanpak op maat van uw bedrijven of wil u nog meer ‘tips and tricks’ , neem dan gerust contact op met ons technical team!
Jamie Deckers: jamie.deckers@hipra.com – 0478/11.75.41
Dorothée Lieven : dorothee.lieven@hipra.com – 0491/61.29.18
Steven Van Melkebeek : steven.vanmelkebeek@hipra.com – 0498/36.95.56