Impact of an inactivated vaccine against Staphylococcus on udder health parameters in yearling daire goats – Randomized controlled trial
Yvette de Geus, Roos Blok, Gerrit Koop, Jessica Hartjes
Op het bedrijf van Frank Brinkhaus, De Römer in Heythuysen werd een proef uitgevoerd om de werkzaamheid van VIMCO®, vaccin tegen stafylokokken infecties bij kleine herkauwers, te testen onder veldomstandigheden.
Op het bedrijf worden ongeveer 3000 voornamelijk Saanen melkgeiten gemolken met een 84 stands melkstal. Voorafgaand aan de proef is vastgesteld door middel van een PCR-onderzoek op de tankmelk dat Staphylococcus aureus (SAU) en niet-aureus Staphylococcus (NAS) in de tankmelk (sterk) vertegenwoordigd waren.
Melkgeitenbedrijf De Römer, Heythuysen.
Bron: F. Brinkhaus
Proefopzet
Een groep van 349 hoogdrachtige jaarlinggeiten werd willekeurig verdeeld in twee groepen, een controlegroep C (n=180) en een vaccinatiegroep V (n=169). Alle jonge geiten in de vaccinatiegroep werden voor aflammeren tweemaal gevaccineerd met VIMCO®, met een interval van 3 weken. De jonge geiten hadden minimaal 2 weken voor het aflammeren hun tweede enting gehad.
Het merendeel van de geiten lammerden af van begin februari tot begin maart 2022. De eerst drie dagen na aflammeren werden de jonge geiten in een separatiegroep gehuisvest met ongeveer 100-250 pas afgelamde geiten. Op 10 maart 2022, enkele dagen tot weken na aflammeren werden alle jaarlinggeiten uit de proef samengevoegd in de potstal met 1600 niet gevaccineerde, volwassen geiten.
Op enkele vaste momenten werd beoordeeld of de dieren uierontsteking hadden (door voorstralen) en werd gekeken naar de symmetrie van de uierhelften. “Overall asymmetry” werd gedefinieerd als het percentage van de geiten dat op ten minste één meting een asymmetrische uierhelft had. De geiten werden bekeken bij aflammeren, op 7 maart 2022 en op 26 april 2022. Gedurende de eerste 4 maanden na aflammeren werden melkproductie, celgetal, uiersymmetrie, het aantal uierontstekingen en het aantal dode dieren door blauwuiers bijgehouden.
Resultaten
Zichtbare mastitis bij aflammeren
Bij aflammeren hadden 5,6% van de niet gevaccineerde dieren een zichtbare uierontsteking (geen ‘blauwe uier’) terwijl bij de gevaccineerde dieren slechts 0,8% een zichtbare mastitis had. Dit is een significant verschil.
Figuur 1: Percentage klinische mastitis (niet gangreneus) op moment van aflammeren (p=0,008).
Asymetrische uierhelften
Nadat de proef was afgerond, kon worden vastgesteld dat bij de gevaccineerde dieren 7,7% van de dieren gedurende een van de drie metingen een asymetrische uier hadden, terwijl bij de niet- gevaccineerde dieren 16% van de dieren een asymetrische uier had bij één of meerdere metingen. Ook dit verschil is significant te noemen.
Figuur 2: Percentage asymetrische uierhelften (p=0,016)
Gangreneuze mastitis (‘Blauw uiers’)
In deze proef zijn er 8 geiten (4,3%) uit de controlegroep gestorven door gangreneuze mastitis terwijl er 4 geiten (2,3%) uit de groep met gevaccineerde dieren zijn gestorven door een ‘blauwe uier’. Mede door de kleine aantallen is dit verschil alleen niet significant te noemen.
Figuur 3: Percentage dode geiten ten gevolge van gangreneuze mastitis (P=0,3)
