Impact op het celgetal van al of niet doormelken bij melkgeiten

Naar analogie met koeien blijkt ook voor geiten de droogstand dé periode bij uitstek voor herstel van het uierweefsel en zodoende een terugval naar een lager celgetal. Dit volgt duidelijk uit het onderzoek van De Cremoux waarbij twee groepen van eerste lactatie dieren met elkaar werden vergeleken.

Doormelken
De eerste groep, waarvan het gemiddeld celgetal is weergegeven als een blauwe lijn op de grafiek, lamde reeds een tweede keer af op ongeveer een jaar na de eerste lammering. De tweede groep, weergegeven als een gele lijn op de grafiek, werd langer doorgemolken alvorens een tweede keer af te lammeren.

In beide groepen zien we einde dracht een toename in celgetal als gevolg van de sterk gereduceerde productie. Echter zien we voor de groep die een droogstand kende over alle metingen heen een beduidend lager gemiddeld celgetal, zijnde 774.000 cellen/ml, in vergelijking met de groep die werd doorgemolken (namelijk 1.238.000 cellen/ml).

Geiten die na een droogstand weer in de melk komen, kunnen bij de eerstvolgende melkcontrole al beoordeeld worden op infectiestatus op basis van het celgetal. Een geit die bij de laatste meting voorafgaand aan de droogstand verhoogd was, maar bij de eerste meting na aflammeren onder de 750.000 cellen/ml zit, wordt als “genezen” beschouwd.