Laat coccidiose resistentie niet toe op uw bedrijf!

Om de coccidiose infectiedruk bij vleeskuikens in de stal te verlagen zijn coccidiostatica (anticoxmiddelen) in het voer een methode die veel wordt toegepast. De werking van anticoxmiddelen kan echter na verloop van tijd afnemen, waardoor coccidiose oöcysten minder gevoelig zijn voor het gebruikte anticoxmiddel in het voer. Deze opgetreden verminderde werkzaamheid van het anticoxmiddel wordt in de volksmond ‘coccidiose resistentie’ genoemd. Inzet van vaccinatie in een rotatie programma wordt gebruikt om deze resistentie buiten de deur te houden.
Immuniteitsopbouw
Coccidiose infecties worden veroorzaakt door Eimeria parasieten. Kuikens hebben na het uitkomen uit de eieren nog geen immuniteit tegen coccidiose opgebouwd. Immuniteit ontstaat pas nadat er minimaal 3 cycli van opname en vermenigvuldiging van de oöcysten (ingekapselde eitjes) in de darmen van de kuikens heeft plaatsgevonden.
De snelheid van vermenigvuldiging van de oöcysten bij de kuikens in de stallen kan door anticoxmiddelen in het voer worden beïnvloed. Het anticoxmiddel in het voer onderdrukt coccidiose infecties en er wordt door de kuikens gelijktijdig een weerstand / immuniteit tegen coccidiose opgebouwd.
Rotatie coccidiostatica
Rotatie van anticoxmiddelen in het voer is een veel gebruikte tool om te anticiperen op de opbouw van coccidiose resistentie. Door rotatie van anticoxmiddelen kan de darmgezondheid en productiviteit van de kuikens verbeterd worden. De meeste voerfabrieken overwegen na verloop van tijd veranderingen in het anticox programma in verband met de mogelijke resistentie opbouw. Door andere soorten anticoxmiddelen in het voer toe te passen kan de kans op coccidiose resistentie verminderd worden.
Coccidiose resistentie
In de leegstand na de afgesloten ronde wordt doormiddel van een degelijke reiniging en desinfectie van de stallen geprobeerd de infectiedruk te verlagen. Vleeskuikens nemen gedurende de ronde oöcysten op vanuit het strooisel, die ondanks het goed schoonmaken van de stallen zijn achtergebleven in bijvoorbeeld kieren en scheuren in stalvloeren. Deze opgenomen oöcysten vermenigvuldigen zich in de darmwanden van de vleeskuikens, waarbij afhankelijk van de oöcysten infectiedruk milde tot ernstige darmwandbeschadigingen kunnen ontstaan. Darmwandbeschadigingen kunnen leiden tot darmstoornissen, tegenvallende resultaten en in ernstige gevallen zelfs tot uitval.
Treedt er, ondanks rotaties van anticoxmiddelen in het voer, geen of onvoldoende verbetering van de tegenvallende technische resultaten op, dan is dit een sterke aanwijzing voor de opgetreden coccidiose resistentie op het bedrijf.
Coccidiose vaccinatie
Wanneer zich een resistentie tegen coccidiose in de stal voordoet is een coccidiose vaccinatie in een rotatieprogramma een goede oplossing. Wel is het dan uiterst belangrijk dat kuikens voer krijgen zonder anticoxmiddel. Een coccidiose vaccinatie kan in een rotatie programma worden ingezet; dat wil zeggen dat er gedurende drie opeenvolgende rondes tegen coccidiose wordt gevaccineerd. Na deze drie rondes wordt er weer overgeschakeld naar voer met een anticoxmiddel. Gedurende de drie rondes van de coccidiose vaccinatie worden de coccidiose veldstammen in de stallen vervangen en verdrukt door de coccidiose vaccinstammen. Omdat bij deze coccidiose vaccinstammen geen resistentie is opgebouwd zijn ze volledig gevoelig voor anticoxmiddelen. De technische resultaten zullen hierdoor verbeteren, wanneer er na coccidiose sprayvaccinatie weer overgeschakeld wordt naar anticoxmiddelen in het voer. Er zijn ook bedrijven die door de goede resultaten continu ronde op ronde tegen coccidiose blijven vaccineren of zelfs overschakelen naar in-ovo vaccinatie in de broederij.

Schakel uw dierenarts en voeradviseur tijdig in
Tijdig anticiperen op het ontstaan van coccidiose resistentie in de stallen bij de kuikens is cruciaal voor het continu behouden van een stabiel en optimaal bedrijfsresultaat. Door regelmatige monitoring van de dierenarts, in samenwerking met de voeradviseur kan een beeld van de coccidiose infectiedruk worden verkregen. OPG (Oöcysten Per Gram) tellingen van mestmonsters in combinatie met darmgezondheid- en darmlaesie scores zijn hierbij belangrijk. Op basis van de bevindingen kunnen er wijzigingen in het gebruik van het rotatieprogramma worden aangebracht. Indien het anticoxmiddel rotatie programma geen of onvoldoende effect bewerkstelligt, kan coccidiose vaccinatie in het rotatie programma of het continu vaccineren tegen coccidiose bijdragen aan een verbetering van de technische resultaten op het bedrijf.
Wilt u meer weten over de infectieziekte coccidiose of heeft u vragen over preventieve bescherming tegen coccidiose op uw bedrijf neem dan gerust contact op met de HIPRA pluimveedierenartsen: Pieter Kuhne +31 6 8289 6434 of Patrick de Jong +31 6 2610 5061