Analyse van longpathogenen
Longspoelingen worden steeds vaker uitgevoerd omdat het een aantrekkelijke en betrouwbare vorm van diagnostiek is, die veel mogelijkheden biedt. De afgelopen 4 jaar heeft HIPRA op een kleine 1000 longspoelingen BAL PCR diagnostiek uitgevoerd op 10 longpathogenen (Tabel 1). Deze hoeveelheid data maakt het mogelijk om bepaalde analyses uit te voeren met ons statistisch team van HIPRAstats. Met deze HIPRAstats analyse kunnen we, naast de prevalentie van longpathogenen binnen de dieren die onderzocht werden, kijken naar seizoensinvloeden en een eventuele correlatie tussen de aangetoonde pathogenen in de onderzochte BAL monsters.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Aantal BAL monsters | 220 | 330 | 233 | 138 |
Tabel 1: Aantal ingezonden BAL monsters van kalveren op Nederlandse melkveebedrijven in acute fase
In grafiek 1 zijn de percentages van de PCR positieve monsters weergegeven van alle 10 onderzochte longpathogenen in de afgelopen 4 jaar, vanaf 2020 tot en met 2023. In grafiek 2 zijn voor de duidelijkheid alleen de major longpathogenen weergegeven, van meest aangetoond naar minst aangetoond.
Grafiek 1: Percentages van de PCR positieve BAL monsters na onderzoek op 10 longpathogenen.
Grafiek 2: Percentages van de PCR positieve BAL monsters de afgelopen 4 jaar na onderzoek op 5 major longpathogenen.
Bij analyse van seizoensinvloeden blijkt voor Mannheimia haemolytica en Histophilus somni het seizoen geen rol te spelen (Grafiek 3). Gedurende het gehele jaar worden deze major longpathogenen aangetoond. Dit in tegenstelling tot de RSV positieve monsters die de afgelopen 4 jaar alleen in de wintermaanden gevonden worden. (Grafiek 4)
Grafiek 3: PCR positieve H. somni en M. haemolytica BAL monsters per jaar per maand van de afgelopen 4 jaar
Grafiek 4: PCR positieve H. somni en M. haemolytica BAL monsters per jaar per maand van de afgelopen 4 jaar
Om deze seizoensgebonden correlatie nog meer te duiden en de significantie te laten zien, is grafiek 5 toegevoegd, waarbij de prevalentie in de zomer en winter naast elkaar is gezet.
Grafiek 5: Percentage PCR positieve H. somni en M. haemolytica en RSV BAL monsters per seizoen.
Als laatst is ook gekeken naar de correlatie tussen verschillende aangetoonde longpathogenen in een longspoeling (Grafiek 6). De resultaten zijn significant (p-val < 0,05) wanneer ze niet doorkruist zijn.
Grafiek 6: Ct correlatie tussen pathogenen bij de PCR positieve BAL monster uitslagen.
Uit deze Spearman correlatie test kan het volgende geconcludeerd worden:
- BRSV, M. haemolytica en H. somni hebben geen correlatie met elkaar.
- PI3 heeft geen correlatie met alle andere longpathogenen, behalve M. bovis.
- M. bovis heeft een correlatie met alle longpathogenen behalve BRSV.
- Corona heeft een correlatie met alle longpathogenen, behalve PI3.
- P. multicoda heeft een sterke correlatie met M. spp / M. bovirhinus / M. dispar.
- M. spp heeft een sterke correlatie met M. bovis / M. bovirhinus / M. dispar.
- M. dispar heeft een correlatie met alle longpathogenen, behalve PI3.