Registratienummer: EU/2/10/109/001-009
Bestanddelen:
Elke dosis (2 ml) bevat: werkzame stoffen: geïnactiveerde Bordetella bronchiseptica, stam 833CER: 9,8 BbCC (*), recombinant type D Pasteurella multocida-toxine (PMTr): 1 MED63 (**). (*) Bordetella bronchiseptica celtelling in log10. (**) Muriene Effectieve Dosis 63: subcutane vaccinatie van muizen met 0,2 ml van een 5-voudig verdund vaccin induceert seroconversie bij minstens 63% van de dieren. Adjuvans: HIPRAMUNE® Gd.
Doeldier:
Varkens (zeugen en gelten).
Indicatie:
Voor passieve bescherming van biggen via de biest, na actieve immunisatie van volwassen zeugen en gelten om klinische verschijnselen en laesies als gevolg van progressieve en niet-progressieve atrofische rhinitis te verminderen, en om gewichtsverlies geassocieerd met infecties door Bordetella bronchiseptica en Pasteurella multocida tijdens de mestronde te verminderen.
Duur van de immuniteit:
*In challenge-studies is aangetoond dat de passieve immuniteit blijft aanhouden tot de biggen 6 weken oud zijn, terwijl in klinische veldonderzoeken de gunstige effecten van de vaccinatie (vermindering van nasale laesies en gewichtsverlies) konden worden waargenomen tot aan de slacht.
Bijwerkingen:
Na toediening van één dosis vaccin kunnen kortstondige plaatselijke reacties optreden. Een kortstondige lichte zwelling met een diameter van minder dan 2 tot 3 cm op de injectieplaats kan optreden. Deze kan tot vijf dagen, en in sommige gevallen tot maximaal twee weken, aanhouden. – In de 6 uur volgend op de injectie kan een tijdelijke verhoging van de lichaamstemperatuur met ongeveer 0,7 °C optreden. De rectale temperatuur kan stijgen met maximaal 1,5 °C. Deze stijging van de rectale temperatuur verdwijnt binnen 24 uur spontaan zonder behandeling.
Contra-indicaties:
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen, de adjuvantia of één van de hulpstoffen.
Gebruik:
Laat het vaccin vóór het toedienen op kamertemperatuur komen (15 – 25 ºC). Goed schudden voor gebruik. Dien één dosis van 2 ml toe door middel van een intramusculaire injectie in de nekspieren, volgens het volgende schema: Basisvaccinatie: zeugen en gelten die nog niet eerder met het product werden gevaccineerd, moeten twee injecties krijgen met een interval van 3 – 4 weken. De eerste injectie moet 6 – 8 weken vóór de verwachte werpdatum worden toegediend. Hervaccinatie: een enkele injectie moet 3 tot 4 weken voor elke volgende worp worden gegeven.
Wachttijd:
Nul dagen.
Speciale voorzorgsmaatregelen:
Alleen gezonde dieren vaccineren. Kan tijdens dracht worden gebruikt.
Indeling:
UDD. Uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift.
Vergunninghouder:
LABORATORIOS HIPRA, S.A. Avda. La Selva, 135. 17170 Amer (Girona), Spanje. Voor meer informatie kan contact opgenomen worden met HIPRA BENELUX +32(0) 9 29644 64